Vorig week nam ik een opdracht aan voor waaknachten bij een meneer in terminale fase. Ik ben verzorgende ig, en mag niet alle verpleegtechnische handelingen verrichten die aan de orde kunnen zijn in zulke zorgvragen. Maar de organisatie waar ik in dit geval voor werkte heeft daar een protocol op, en ik kan een beroep doen op het nachtteam van verpleegkundigen als dat nodig is.
4 aaneengesloten nachten ben ik er geweest, waarvan vooral de derde nacht buitengewoon hectisch was en er van alles mis ging. De gang van zaken gedurende die nacht heeft mij geraakt in mijn vraag of er eigenlijk nog wel plaats is voor mij in de zorg, of er binnen de sector überhaupt nog een doelgroep of omgeving bestaat waar ik tot mijn recht kan komen en kan bieden waar ik goed in ben. Mijn twijfel was er al langer en is inmiddels zo dringend geworden, dat er antwoord moet komen op die vraag.
Ik kies bewust voor terminale settings. Én voor het werken in de nacht. Ik heb daar heel eigen en zeer weloverwogen redenen voor. Maar voordat ik daar verder op in ga, wil ik graag even de aandacht richten op de functie van waken aan het bed bij een stervende persoon. En hoe zorg in die omstandigheden afwijkt van de rest van de sector.
Waken bij een stervende persoon houdt in dat je een geruststellende en comfort biedende aanwezigheid bent voor iemand die in doodstrijd verkeert. De terminale setting is de enige situatie in de zorg waarin het voor iedereen helder is en vaststaat dat de persoon in kwestie op zeer korte termijn gaat sterven. Daarmee krijgen verpleegtechnische en overige zorghandelingen een andere kleur: omdat het komende sterven een gegeven is, zijn ook deze handelingen erop gericht zoveel mogelijk comfort te bieden. Dit in tegenstelling tot zo'n beetje alle andere zorgomgevingen, waarin handelen steeds verder afgeschaald wordt tot alleen functionaliteit overblijft met betrekking tot de vraag wat er minimaal voor nodig is om iemand in leven te houden. En dat wordt steeds verder gereduceerd tot minutenwerk.
Comfort bieden doe je door ervoor te zorgen dat iemand zo min mogelijk pijn of ander ongemak ervaart tijdens die doodstrijd en zich zo gerust en veilig mogelijk voelt. Als dat allemaal niet meer mogelijk is en er geen enkele kwaliteit van leven meer gevonden kan worden, kan er gekozen worden voor sedatie, waardoor persoon in kwestie in slaap valt en niet meer wakker wordt. Met als achterliggende gedachte dat iemand die slaapt niet bewust meer lijdt. Dat hopen we in ieder geval.
In de betreffende casus van afgelopen week is er na de tweede nacht gekozen voor sedatie. Helaas lukte het niet meteen om meneer goed gesedeerd te krijgen. Hij kwam regelmatig uit de sedatie en werd op sommige momenten zelfs helemaal wakker. Tijdens een nacht is dat allemaal wat lastiger bij te sturen omdat er maar enkele collega's beschikbaar zijn en benodigdheden vaak pas de volgende ochtend te verkrijgen. Omdat de focus voornamelijk lag op gesedeerd blijven, ging alle communicatie en handelen draaien om de vraag hoe we meneer "weggespoten" konden krijgen en raakte het echte doel steeds verder uit het zicht, namelijk het bieden van die veilige bedding van geruststelling en comfort.
Er ontstonden discussies aan het bed bij meneer over wat er wel of niet kon en mocht, en wie verantwoordelijk was waarvoor. Ondertussen ging het er steeds meer op lijken dat het gesedeerd zijn op zichzelf een kwestie was geworden van leven of dood...en ik merkte dat het werkelijke doel steeds verder uit het oog verloren raakte. Ik probeerde nog de aandacht te vestigen op wat we nog meer of nog wel konden doen, maar uiteindelijk ging alle energie naar de frustratie rondom het mislukken van de sedatie.
Veiligheid bieden doen we door een geruststellende aanwezigheid te zijn. Zoals een moeder haar huilende baby troost door het kind vast te houden en zachtjes liefdevol te praten of te zingen, zo kunnen we op diezelfde manier elkaar troost en geruststelling bieden door een hand vast te houden en vriendelijk te praten. Vooral het gehoor blijft erg lang actief en is een belangrijk zintuig als het gaat om signalen die ons zenuwstelsel oppikt voor veiligheid (en gevaar). Het effect hiervan is heel groot, maar wordt in de praktijk ernstig onderschat, zo niet volledig over het hoofd gezien, of zelfs genegeerd. Daarmee ook steeds meer ondergewaardeerd.
Laat daar nou precies één van mijn grootste kwaliteiten liggen. Daarom kies ik bewust voor deze settings én voor het werk in de nacht, die oneindig lang kan duren als je alleen bent, en angstig lijdt op weg naar de dood. Ik zie, begrijp en kan invoelen wat er nodig is. Ik weet hoe ons zenuwstelsel in elkaar steekt en wat ik kan doen om een positieve invloed te hebben. Dat gaat over handelen binnen een heel andere dimensie dan functionaliteit. Maar door alle discussie die ontstond in de communicatie met diverse collega's en derden en die ging over spuiten zetten, voelde ik me steeds meer tekort schieten in mijn rol.
Aan het einde van de nacht werd ik zelfs afgerekend op het feit dat ik me niet bekwaam genoeg voelde voor die éne bepaalde handeling die met de sedatie te maken had, en kreeg ik van een geïrriteerde collega de botte vraag wat ik dan toch eigenlijk kwam doen daar in die zorgvraag als ik die spuit niet kon zetten. Waarmee al het andere wat ik meegebracht had aan kwaliteit, bekwaamheid en intentie met het badwater weggegooid werd. Ik heb er wakker van gelegen.
Waar gaat dit heen bewegen, vraag ik me af. Functioneel aanraken geeft ons impliciet de boodschap dat we slechts een ding zijn, een object dat behandeld moet worden. Willen we onze kwetsbaren echt met die boodschap de dood in sturen? Het mag allemaal niks meer kosten, de sjeu in het leven moet maar geboden worden door mensen die daar vrijwillig tijd en energie voor willen vrijmaken. En dat zou ik zelf ook best graag willen, maar ik moet ook ergens mijn energierekening van betalen.
De vraag houdt me overigens niet alleen met betrekking tot mijn werk bezig, en hoe ik nog verder kan in de zorgsector, maar ook in grotere zin in ons menszijn. We weten helemaal niet meer hoe we elkaar veiligheid moeten bieden, zo denk ik wel eens, maar gaan met elkaar in discussie over inhouden van onze persoonlijke narratieven. En bediscussieerd worden is een signaal van onveiligheid. Maar dat is een onderwerp dat een heel eigen toelichting verdient.
Nu probeer ik vooral deze laatste ervaring voor mijzelf een goede plek te geven, en vrees ik de op handen zijnde conclusie dat ik in de zorgsector helaas geen veilige plek meer zal vinden om zelf te floreren. En dat heb ik toch wel echt nodig.
NB. Toen ik te midden van alle consternatie meneer zijn hand pakte, kneep hij er zachtjes in en glimlachte licht. Ik kon hem nog vertellen dat zijn zoon er ook voor hem was op dat moment. Die stond namelijk aan het bed naar zijn stervende vader te kijken, met de emoties zichtbaar af te lezen op zijn gezicht. Helaas kon meneer dat zelf niet zien door zijn gesloten ogen. Maar ik ben er zeker van dat hij het nog heeft meegekregen.