zaterdag 2 december 2017

schizo

Hallo meneer Oosterhoff,

Al een paar dagen ben ik me aan het voorbereiden om deze mail te schrijven. Ergens vorige week verscheen op de wall van fb de aankondiging van MIND dat u te gast zou zijn bij RTL Late Night. Dat heb ik een dag of wat later online zitten kijken en meteen wist ik: ik moet uw boek lezen. Dat ben ik nu aan het doen. En ik wist ook: ik ga u een mail sturen. Ook dat ben ik nu dus aan het doen.

Ik ben bang dat het een lang stuk zal worden. Ook ik ben hier nogal perfectionistisch in, en wil niks vergeten. Dat komt ook terug met het schrijven van mijn blogs. Die moeten een mooi rond verhaal zijn, en dat lukt soms in vrij korte tijd. Half uurtje ofzo. Dan volgen er echter nog uren waarin ik de tekst perfectioneer, en er afbeeldingen bij zoek die precies de sfeer weergeven van wat ik wil zeggen. Maar....dat ervaar ik niet als belastend. Het is echter wel tekenend voor mijn dwangmatige neigingen.

Ik ben in het boek aanbeland in hoofdstuk 5, wat voor dwang heeft u dan? Afgelopen dagen heb ik in gedachten deze mail geschreven en weer uitgesteld. Met een gevoel van blijdschap dat ik het ga doen, en tegelijk uitstellen omdat die blijdschap na het schrijven dus dan weer voorbij is.

Mijn dwang...daarvan weet ik niet helemaal zeker of het wel dwang is. Wel dat het niet "normaal" is. En dat het een mechanisme is om koortsachtige onrust te doen verdwijnen, wat uiteindelijk nooit lukt. Maar het voelt niet als dwang, meer als iets wat ik heel vanzelf doe, zonder ook nog maar enig gevoel te hebben dat ik er voor kies. Het gebeurt bijna buiten mijn bewuste wil om, alsof ik er zelf niks meer over te zeggen heb.

Gisteren heb ik er mijn dochter uitgebreid over verteld. Zij is creatief therapeut in opleiding en kent mij beter dan wie ook. Eigenlijk is zij de enige die mij echt kent. En dat heeft alles te maken met mijn stoornis. Ik noem hem al jaren de schizo.

Het begint eigenlijk al vroeg in mijn jeugd. Ik heb een rijke fantasie, en als klein meisje lag ik in bed te fantaseren, over van alles en nog wat. Over hoe ik de amazone te paard was die mensen in nood kwam redden. Over vreemde dingen die mij overkwamen en die ik dan te boven zou komen. In mijn fantasie was ik altijd de heldin.

Toen ik 10 was, kreeg ik orgelles. Van een vriendelijke man, die elke week bij ons thuis langskwam om mij een half uur één-op-één aandacht te geven. In die tijd begon ik steeds meer last te krijgen van de sfeer in huis. Die gespannen was, kil of op andere manieren akelig. Nu besef ik dat allebei mijn ouders erg onder druk stonden, toen had ik vooral last van de nare sfeer. En dat stak schril af tegen dat éne half uur in de week.

Al gauw had ik de oplossing voor wat voor mij een ondraaglijke situatie werd: ik leefde in een kille wereld, met een half uur warmte per week. Fantasie werd mijn toevlucht. Ik trok me terug op mijn kamertje en stelde me voor hoe de orgelleraar daar was. Dat was helemaal niet moeilijk voor mij, met mijn levendige fantasie. En dat was het begin van wat uitgroeide tot een middel tegen de eenzaamheid die me steeds verder vervreemdde van de dagelijkse realiteit.

Er zijn enkele mensen die er van weten. Enigszins. Mijn moeder, een vriendin, mijn zus, die me vroeger eens betrapte in een gesprek met iemand die zij niet kon zien en me daarop hard uitlachte. Daardoor wist ik in ieder geval heel zeker: dit moet ik zoveel mogelijk verborgen houden. Ik was toen 12 of 13.
Mijn dochter weet het ook, we hebben met ons tweeën jaren samen gehuisd, en dus heeft zij mij ook wel eens pratend aangetroffen. Dat zei ze: mam, ik ben er hè. Ik kan je horen.

Maar niemand weet welke vormen het kan aannemen. Ook toen ik in psychiatrische dagbehandeling was, tegen zware depressie en neurotische neigingen, heb ik daarover weinig verteld. Te veel schaamte. Ik weet wel dat het niet normaal is. Ik weet eigenlijk niet meer precies wat destijds de diagnose was, wat precies de neurotische neigingen waren waarvoor ik in behandeling was. Ik ging vrijwillig in therapie omdat ik erg depressief was, en nergens toe kwam meer. Als ik erg depressief ben, ben ik de schizo voorbij. Die kan me dan niet meer optillen, als het ware.

Ik weet alleen van de therapie destijds dat ik in de groep neuroten zat, en de psychoten hadden significant andere ziektebeelden. En ook dat je eigenlijk nooit de oversteek maakt van neurose naar psychose. Tenminste dat was de praat. Dat vond ik wel fijn, want een psychose zou betekenen dat je de grip op de werkelijkheid verliest. Terwijl je bij neurose ergens wel weet wat je doet en ook dat het niet normaal is.

Maar in de tijd dat ik het zwaar had, toen ik probeerde mijn dochter in mijn eentje groot te brengen, de boel bij elkaar probeerde te houden in armoede, met werken en zorgen tegelijk....in die tijd vierde schizo hoogtij. Als ik dan mijn dochter in bed had gelegd, de trap afgelopen was en de huiskamer binnen liep, dan zag ik niet dat die gewoon leeg was. Dan zat er altijd iemand met wie ik nog een appeltje te schillen had. Of een fijn gesprek wilde voeren. Of wat dan ook dat iets in mijn gevoel getriggerd had, wat niet fijn voelde, of me onrustig maakte, of niet klopte.

Op enig moment was het zo erg dat ik in een winkel stond en soort van ontwaakte uit de schizo, zag waar ik was en helemaal niet had meegekregen dat ik er naar toe was gegaan. Je weet wel, dat gevoel van dagdromen, zoals je ook op de automatische piloot kunt autorijden en weg kunt dromen ondertussen. Ik deed niks anders meer. En praatte hardop dus tegen die persoon die bij me was. Altijd bestaande personen. Altijd mensen met wie er iets was. Iets wat ik nog wilde met die persoon. Kon fijn zijn, of juist niet. Maar hoe dan ook was ik niet bij machte het in het echt te doen, en deed het dan maar in het onecht.

Therapie had er dus niet bij geholpen. Maar ik was er dan ook niet voor in behandeling. En had er maar summier over verteld. Nog altijd zeggen mensen dan: o, maar ik praat ook wel in mezelf. Of tegen mezelf. Ja, ik praat dus niet tegen mezelf, maar tegen mensen die er niet zijn. Ik zie ze ook. Niet met mijn ogen, maar zoals je dingen kunt dagdromen.

Om een zeer recent voorbeeld te geven: ik kreeg een telefoontje met de uitslag van mijn sollicitatie. Wel of niet aangenomen. Ik had het gevoel dat het niet door zou gaan. Dat klopte. Ik werd afgewezen. Het verraste me niet. Maar toen ik vroeg naar de reden, verraste die me wel. Ik vond m ook onredelijk. Niet fair. En begon mijn reactie daarop te geven. Maar in het moment zelf kon ik niet op de juiste woorden komen. Sterker nog: ik kon helemaal niet op tekst komen. Dit gebeurt me wel meer. Daar erger ik me dan zo aan, dat ik de gedachte van het onaffe gesprek niet kan verdragen.

Daar begint de schizo. Direct na het ophangen. Ik doe het gesprek opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Hardop. Ik zie de persoon voor me, en praat er tegen. Alsof het een echt gesprek is. De ander antwoordt in gedachten en ik reageer. Met drukke handgebaren, lichaamstaal en al. Als je mij zou filmen, zou het er uit zien alsof ik tegen een geest praat. Een toneelstuk aan het repeteren ben. Want opnieuw, en als het niet oplucht, dan iets andere woorden, of nog een keer. Iets nadrukkelijker. Of wat dan ook. Het lucht nooit op. Het duurt dagen. Houdt me de hele dag bezig. Het voelt als een koorts. Maar ik praat alleen maar als ik alleen ben. Ook op straat. Met het gevaar dat anderen me zien en horen.

Het gevoel ebt uiteindelijk wel weg, na een aantal dagen. Afhankelijk van de heftigheid van het gevoel. De scherpe kantjes raken er van af, en het gevoel verdwijnt naar de achtergrond. Tot het ver genoeg weg is dat de schizo niet meer hoeft. Dan is er wel iets anders om over te schizoën. Want dat is er altijd. Er gaat geen dag voorbij zonder schizo. Ook al probeer ik al jaren er vanaf te komen. Ik ben me er van bewust dat er een niet-fijn gevoel aan vooraf gaat. En dit is een klein voorbeeld. Als ik verliefd ben, en de ander weet dat nog niet, maar ik wil het wel gaan uitleven....de spanning die dat oproept is zo ondraaglijk dat ik niks anders doe dan wekenlang koortsachtig toneelstukken opvoeren. Inclusief omhelzingen en al.

Na een training met NLP-technieken (Avatar) heb ik mijn trainer op de hoogte gesteld van de schizo. Ook summier. Maar hij nam me heel serieus. Anders dan de meeste anderen, die het wegwimpelen. Omdat ik het niet normaal noem. En ik het voornamelijk in mijn eentje doe. Het dus niet zo opgemerkt wordt door anderen. Hoewel ik ook tijden heb gehad waarin ik in gedachten altijd iemand bij me had. Ook in gezelschap van echte mensen. Maar als er mensen bij zijn, is de verleiding om hardop te praten minder groot. Of mijn aandacht afgeleid. Niet altijd. Want het ontglipt me nog wel eens.

Maar inmiddels lukt het wel steeds beter om dan met de aandacht bij het echte gezelschap te blijven. De mensen die het wegwimpelden vertegenwoordigen de stem in mij, die zegt dat ik me aanstel. Dat het niks is. Wat ik erg fijn vond om te lezen in het boek: die twijfel of het wel dwang is. Ik twijfel eigenlijk aan zoveel in mezelf. Schijn een erg vertekend beeld te hebben van mezelf, als ik anderen moet geloven. Vooral van hoe ik overkom op anderen. Ik heb daar geen echt duidelijk beeld van.

Na die Avatar training heb ik geprobeerd te stoppen. Dan nam ik me voor het een dag niet te doen. Maar dat bleek gewoon niet te doen. Het gaat vanzelf. Het is een gewoonte geworden. Of eerder een reflex. Ik weet niet eigenlijk wat het is. Ik kan niet zeggen dat ik het móét doen. Maar ook niet dat ik het wíl doen. Ik probeer vooral te ervaren wat ik wens te ervaren. Niet zo bewust meer, maar dat ligt er onder. Of het is onrust om iets wat is gebeurd, of onrust door verlangen naar iets wat er niet is en wat ik in het echt niet kan realiseren. Maar het ervaren van de rust of het vervulde verlangen lukt natuurlijk nooit met de schizo. Wat een middel was tegen eenzaamheid, vergroot die alleen maar, met het groeiende besef hoe nep het is.

Ik heb lang niet goed kunnen functioneren. Niet echt. Ik ben namelijk ook een koortsachtig zoeker. Kan er slecht tegen als ik me niet ontwikkel. Wortel schieten noem ik het. Ook wel doodbloeden. Ik heb dus nooit lang een baan kunnen volhouden. Inmiddels is het wat rustiger, zit ik al 5 jaar in eenzelfde baan. Met veel onrust ook trouwens, want ik riep al na een paar weken dat ik er weg wilde. Het zoeken heeft me echter wel opgeleverd dat ik veel inzicht heb gekregen in mezelf. Ik ben daardoor rustiger geworden in de loop van mijn leven (nu 47 jaar).

Maar....alleen mijn dochter kent me. Mijn collega's komen daarna, zij zien best veel van mij. Een goede vriendin weet ook veel. En dan houdt het wel op. Want ik laat verder alleen in de schizo alles zien, alleen dat voelt echt veilig. De echte wereld is zo moeilijk. Zo ingewikkeld. En zo bedreigend ook.

Vorig jaar heb ik al mijn spullen weggedaan om in een caravan te gaan wonen. Op een natuurkampeerterrein ergens achteraf. Ik maakte de hele wereld - inclusief mijzelf - wijs dat het mijn grootste wens was. En ik deed het maar gewoon. Vanuit een onbedwingbaar gevoel van onvermijdelijkheid. Al snel stortte alles in, letterlijk doordat de caravan een bouwval bleek, en omdat ik de inschrijving op briefadres niet rond kreeg.

Na een hoop gedoe ben ik uiteindelijk ergens zonder spullen op een zolderkamer terecht gekomen en daar zit ik nu nog. Omdat ik niet durf te kiezen voor een nieuwe woonplek. Ik loop te veel stress op als er herrie van buren naar me toe komt. Dan moet ik voor mijn rust opkomen. Dat kan ik niet. Geen tekst, geen wil of energie om te strijden, te veel angst of wat dan ook. Zo is gebleken. En in herrie kan ik bijna niet schizoën. Dan heb ik dus niks. Dat is pas echt eenzaam.

Ik ben slim en weet: dit verandert pas, als ik nieuwe beslissingen neem. Op de oude voet doorgaan, is meer van hetzelfde genereren. Dat wil ik niet meer.

Kortom: ik sta op punt nieuwe beslissingen te nemen. In werk, in wonen, en ook in hoe ik de interactie met de echte wereld aanga. Daar is deze mail een eerste stap toe.

Ik ben benieuwd of u mensen kent met een soortgelijk ding. Daar zou ik graag mee in contact komen. Behandeling van de schizo vind ik nog beangstigend. Het is al zo lang bij me, en ik ben bang voor de echte eenzaamheid. Maar ik zou het toch graag loslaten, niet meer nodig willen hebben. Daar zit dus een dubbel gevoel. En zo blijf ik bezig. Nouja...

Ik lees verder in het boek en vind het jammer dat ik nu klaar ben met schrijven. Ik zou er graag uren over door praten. Ik wil graag gekend zijn. De eenzaamheid voorbij dus.

groeten,
Carry Verrijt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

bericht aan Heiderieke

 Hoi Heiderieke, Graag wil ik nog even terugkomen op onze laatste gesprekken. Ik heb er even over na moeten denken en weet eigenlijk nog ste...