woensdag 27 december 2017

interessante link

https://mymodernmet.com/mental-illness-art-eisen-bernardo/

humor als verpleegkundige interventie

HUMOR ALS EVIDENCE-BASED VERPLEEGKUNDIGE INTERVENTIE  Het inzetten van humor is een officiële verpleegkundige interventie (Bulechek, 2016). Dat humor een belangrijk instrument in de zorg is, wordt onderkend door diverse landelijke richtlijnen en protocollen. Het positieve effect van humor als evidence-based verpleegkundige interventie is wetenschappelijk aangetoond. Toch wordt er op de werkvloer niet uitgebreid stilgestaan bij de werking, de effecten en de mogelijkheden van gebruik van humor. Als je daar meer van weet, kun je humor bewust inzetten en op een natuurlijke manier deel uit laten maken van je werk.. Humor relativeert, ontwapent, ontspant, verbindt, bevrijdt, doorbreekt, ontgift, ontstrest en verlicht. Kortom, humor is goud in de handen van zorgverleners.


http://www.congressenmetzorg.nl/congres/humoralsverpleegkundigeinterventie/

vrijdag 22 december 2017

terugkeer naar droom

en er trilt alweer iets nerveus, met de verwijzing naar linked in, de link naar mijn blog en mijn foto's die daar rondzwerven.

Evelien die zegt: ga je naar hém toe? Gecombineerd met Peter die dan zegt: doet hij dat pro deo!?

Ugh......en ik hoor in alles dat ik dat echt niet mag willen, verwachten...laat staan krijgen. En weet weer waarom ik greep naar droom in the first place. Hoe moeilijk het is hier doorheen te bijten. Stug vol te houden. En hoe schizo hoogtij viert.

Ik besef dat ik in bepaalde gevoelens nog dat meisje van 10 ben gebleven. Dat bepaalde dingen helemaal niet in verhouding staan met de realiteit. Maar dat ik die niet ten volle kan ervaren. Of toelaten. Maar dat heeft alles te maken met mijn eigen onvermogen om te shinen. Ik ben daarin onderontwikkeld gebleven.

Maar ik moet hier doorheen. En ik heb de steun van veel anderen. Dochterlief, moeder, Linde, Mandy, Franka. Genoeg om niet in te storten. Het zal fijn zijn als daar ook wat mannen bij komen.

hier hèt liedje van toen: roger whittaker

 


meedwangen - op eieren lopen

meedwangen - op eieren lopen

https://sterkineigenkracht.nl/

dinsdag 19 december 2017

volledige tekst over md

Andrea doet het ongeveer drie uur per dag. Met muziek op de achtergrond rolt ze heen en weer op haar bed. Het zorgt ervoor dat ze zich "veilig, warm, opgewonden, blij, gelukkig en gebalanceerd" voelt. Ze denkt ook dat het de reden zou kunnen zijn dat ze nog steeds niet is getrouwd. Ze werkt bij de politie en zou het verschrikkelijk vinden als iemand erachter kwam.
De sessies van Bill kunnen acht uur duren. Hij doet het in het donker in zijn slaapkamer of tijdens lange, eenzame wandelingen terwijl hij keer op keer dezelfde playlist luistert. Hij liep een keer vijf uur achter elkaar zonder het door te hebben. Toen hij eindelijk stopte en naar beneden keek, zag hij dat hij bloedende voeten had.
Professor in klinische psychologie Dr. Eli Sommer, van de universiteit van Haifa in Israël, onderzocht in 2002 vierentwintig slachtoffers van kindermishandeling. Hij kwam erachter dat zes van hen "zich af en toe terugtrokken naar een geheime, innerlijke fantasiewereld."

Het ging hier niet om alledaagse afdwaalmomentjes. Dit waren realistische, gedetailleerde verhalen die zich een groot deel van de dag in hun gedachten afspeelden. Ze droomden over geïdealiseerde versies van hun eigen leven. Over hechte vriendschappen, beroemd zijn, romantiek, gered worden en ontsnappen.
Somer maakte zich geen zorgen over de intensiteit van de dromen, of de tijd dat ze ermee bezig waren. "De meeste mensen dagdromen wel eens," vertelt hij. "Het is een normaal fenomeen. Net als elk ander psychisch fenomeen bevindt het zich op een spectrum van normaal tot abnormaal gedrag." Zijn patiënten lieten geen psychotische of schizofrene kenmerken zien; zelfs midden in de dagdroom wisten ze dat hun droom niet echt was.

Waar Somer zich wel zorgen over maakte was dat zijn patiënten vertelden dat ze niet konden stoppen, en verslaafd waren aan de dagdromen. Net als bij iedere andere verslaving leed hun dagelijkse leven eronder. Vrienden, werk, liefde – sommigen wisten een relatief 'normaal' leven op te bouwen, maar vaak konden ze ook dat niet lang volhouden.

Verontrust door de resultaten schreef Somer een onderzoeksverslag over het onderwerp. Hij noemde het gedrag 'Maladaptive Daydreaming' (MD). Hij beschreef het als "uitgebreide fantastische activiteit die menselijk contact vervangt en/of in de weg staat van academisch succes, interpersoonlijk functioneren of vrijetijdsbesteding." Niemand in de wetenschappelijke wereld leek geïnteresseerd, dus hield Somer het hierbij.
Toen begon hij heel veel e-mails te krijgen.
"Ze hadden naar termen als 'intense fantasieën' gegoogeld en waren zo bij mijn artikel terechtgekomen," vertelt Somer. Hij verbaast zich er nog steeds over. "Ik werd overspoeld door honderden e-mails van over de hele wereld. Ze smeekten me om te helpen: help, alsjeblieft. We gaan naar dokters, psychologen, maar allemaal sturen ze ons weg. Alsjeblieft, help."

Verontrust door de resultaten schreef Somer een onderzoeksverslag over het onderwerp. Hij noemde het gedrag 'Maladaptive Daydreaming' (MD). Hij beschreef het als "uitgebreide fantastische activiteit die menselijk contact vervangt en/of in de weg staat van academisch succes, interpersoonlijk functioneren of vrijetijdsbesteding." Niemand in de wetenschappelijke wereld leek geïnteresseerd, dus hield Somer het hierbij.
Toen begon hij heel veel e-mails te krijgen.
"Ze hadden naar termen als 'intense fantasieën' gegoogeld en waren zo bij mijn artikel terechtgekomen," vertelt Somer. Hij verbaast zich er nog steeds over. "Ik werd overspoeld door honderden e-mails van over de hele wereld. Ze smeekten me om te helpen: help, alsjeblieft. We gaan naar dokters, psychologen, maar allemaal sturen ze ons weg. Alsjeblieft, help."

Het bedenken van een nieuwe medische term kan in het internettijdperk dus een grote impact hebben. De grote online MD-gemeenschap is daar een voorbeeld van. Er zijn groepen op yahoo en facebook, subreddits, gezondheidsfora, blogs en youtubevideo's over het onderwerp. Webpagina's vol krankzinnige verhalen en nieuwsgierige vragen:
"Sla je het weleens over?" "Moet het donker zijn?" "Weten je vrienden ervan?"
Sommer en zijn collega's halen op hun beurt weer informatie uit de bron die ze hebben geïnspireerd. In hun nieuwste publicatie komen 447 mensen uit 45 verschillende landen aan het woord. De jongste dagdromer is 13, de oudste 78 jaar oud.

Het onderzoek is volgens Somer nog steeds in een beginnende fase, maar ze weten nu wel dat MD niet altijd wordt veroorzaakt door trauma's uit de kindertijd. Ongeveer een kwart van de MD-ers wel mishandeld als kind. Waarschijnlijk worden mensen geboren met het vermogen om levendig te dagdromen. Een klein deel daarvan vindt hun dagdromen vervolgens fijner dan het echte leven, en kunnen er niet mee stoppen.
De behoefte om te dagdromen voelt volgens Natalie alsof je op een wiel zit vastgebonden, dat niet stopt met draaien. Natalie's dagdromen kunnen door alles worden veroorzaakt: het horen van een liedje, een reclame of het zien van kleding in een tijdschrift. "Ik stel mezelf meteen voor in die kleren en bedenk er een verhaal omheen."
"Er is een overweldigend verlies aan controle," legt ze uit. "Als het euforische gevoel over je droom voorbij is, val je in een zwart gat. Als ik probeer te stoppen, voelt het alsof mijn lichaam ontwenningsverschijnselen heeft. Ik word ziek, geef over en krijg migraine." Ze schreef er eerder dit jaar over in een lokale mentale gezondheidsnieuwsbrief. Ze gebruikt graag haar echte naam, omdat ze het taboe rond MD wil laten verdwijnen: "zodat anderen, die hier in stilte last van hebben, hulp kunnen vinden.""Ik wil dat het zich verder verspreidt dan het internet, ik wil dat het een publiek onderwerp wordt."

Niet alle MD-ers willen stoppen met hun verslaving. Sommigen worden bang als ze denken aan hoe het zou zijn om hun veilige innerlijke wereld te verlaten.
"Ik doe dit bijna elke seconde van de dag," schrijft redditor SaveltForARainyDay17. Hij zegt dat hij tot voor kort niet eens wist dat het een naam had. "Zonder MD had ik waarschijnlijk al lang zelfmoord gepleegd. Sommige mensen nemen drugs, drinken of spelen games om te ontsnappen. Ik heb deze wereld."
MD is volgens Somer een manier om te compenseren. "Heel verlegen en introverte mensen vinden het bijvoorbeeld heel fijn om te dromen dat ze omringd worden door beroemde mensen, of dat ze zelf ontzettend bekend zijn."
Mensen die mishandeld zijn dromen vaak dat ze superhelden zijn die ongelukkige kinderen redden. Soms zijn ze degenen die gered worden. Mannelijke slachtoffers van kindermishandeling hebben vaak de gewelddadigste dagdromen. "Ze vechten in oorlogen, vechten met zwaarden, of gooien bommen op hun vijanden."

Natalie fantaseert over beroemd worden en bevriend raken met beroemde mensen. Het gaat over connecties maken met anderen, zegt ze. Het gaat ook vaak over het idee van 'de vrouw in nood'. "Een man komt me redden, en met een knuffel is alles weer beter." Soms gaat de dagdroom over haar eigen dood en moet ze huilen.

Sommige MD-ers gebruiken muziek als een soort soundtrack. Anderen zingen zelf, alsof ze de ster in een videoclip zijn. Dat doet Natalie ook. "Het is alsof ik de nummers ter plekke schrijf. Ik voel de pijn van de tekst," zegt ze. Ze lacht en kletst ook als ze dagdroomt. "Het gaat niet echt ergens over, eerder over alledaagse dingen waar echte vriendengroepen ook over praten."
"De dingen die ik zeg en de manier waarop ik me gedraag in mijn dromen, is hoe ik echt zou willen zijn."
Sarah uit Nieuw-Zeeland is eenzaam en depressief, maar ook verliefd. Haar vriend, Paul, begon als een zoveelste persoon in haar dagdromen. Hij was gebaseerd op een karakter uit haar favoriete televisieserie. Maar nu is hij alles voor haar, soms wel vijf uur per keer.

Ze weet dat dat heel vreemd klinkt. "Hij bestaat niet, dat weet ik," schrijft ze in een e-mail. "Maar het is de ideale liefde, die ik nooit in het echt zal hebben. De gedachte aan hem is heel erg geruststellend, vooral als ik me mentaal niet goed voel. Het doet me echt pijn dat ik nooit met hem samen zal zijn. Ik heb het idee om ooit een echte vriend te hebben opgegeven. Niemand zal ooit zo fijn zijn als hij."
Sarah is student medicijnen, maar droomt van werelden die daar heel ver vanaf liggen. Ze kan bijvoorbeeld vechten tegen nazi's in de Tweede Wereldoorlog, of ze is een prinses in de Middeleeuwen. "Soms ben ik een politiek activist in de jaren zestig, of een acteur of schrijver in de twintigste eeuw. Ik vind het moeilijk om me te concentreren om alledaagse bezigheden. De laatste tijd gaat mijn werk voor de universiteit ook steeds moeilijker en daar raak ik van in paniek.

"Op een gegeven moment voelt het alsof je twee levens hebt en ga je je meer identificeren met je ingebeelde leven. Soms raak je daardoor gefrustreerd en geeft het je een hopeloos gevoel, wat ervoor zorgt dat je nog liever wil ontsnappen uit de realiteit."
De geïdealiseerde versie van jezelf is moeilijk te negeren voor MD-ers. William (43), ook uit Nieuw-Zeeland, heeft wat aangerommeld met muziek en schrijven, maar besteedde zoveel tijd aan het dromen over succes dat hij niet echt naar dat succes toe werkte.
In zijn dromen treedt vaak op, geeft lezingen, en staat zij aan zij met beroemdheden. Terwijl hij droomt beweegt hij net als in zijn droom. Als hij droomt over een lezing, maakt hij gebaren naar zijn publiek. Als hij een optreden geeft, beweegt hij alsof hij op het podium staat. Van tevoren krijgt hij zelfs plankenkoorts.

Dat staat heel ver van zijn echte werkloze leven, waarin hij elke dag wacht tot zijn vrouw terugkomt van haar werk.
MD lijkt op porno kijken," zegt William. "Je geeft het niet toe en je kunt je tijd beter op een andere manier besteden, maar toch doe je het. Ik probeer het zoveel mogelijk te beperken, zodat ik meer tijd kan besteden aan mijn echte leven. Ik weet alleen niet wat mensen doen met hun gedachten, als ze niet de hele tijd aan het dromen zijn."
Het doel van Somer is dat MD erkend wordt als een psychiatrische aandoening door de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Deze wordt wereldwijd door psychiaters gebruikt om patiënten te diagnosticeren en behandelen.

"Meer professionals in de geestelijke gezondheid zouden de aandoening dan goed kunnen diagnosticeren," zegt hij. "Het gevolg daarvan zou zijn dat er meer moeite zou worden gedaan om onderzoek te doen naar mogelijke behandelingen." Het zou ook kunnen betekenen dat er meer opties komen voor onderzoeksbeurzen. Die worden namelijk bijna niet gegeven aan aandoeningen die niet in de DSM staan.

Somers grootste hindernis is het standpunt van zijn critici. Ze beschuldigen hem ervan dat hij een enorme klinische zonde begaat: hij maakt van een normale mentale activiteit een aandoening. Dr. Eric Klinger, professor aan de Universiteit van Minnesota, bestudeert de relatie tussen de neiging om veel te fantaseren en psychopathologie. Hij is het met Somer eens dat MD een "soort aandoening" zou kunnen zijn, die het waard is "om meer klinische aandacht aan te besteden."
Maar, zegt hij, "we moeten niet [weer] een dubieus stempel voor dagdromen gaan verzinnen, alleen omdat mensen het als onwenselijk beschouwen."
Klinger legt uit dat dagdromen een universele gewoonte bij mensen met gewone hersenen is. Het neemt meer dan de helft van onze mentale activiteiten in beslag, bestaat uit meer dan tweeduizend fragmenten per dag en het gaat meestal over een persoonlijk doel – of we dat nou bereiken of niet. Sommige mensen zijn er alleen meer mee bezig dan anderen, en sommige mensen in die subcategorie zouden willen dat ze dat niet deden.

Dat maakt het volgens Klinger geen unieke aandoening. Hij wijst erop dat MD vaak samengaat met andere psychiatrische ziektes, zoals depressie en OCD.
Maar niet alle compulsieve dagdromers lijden aan depressies of OCD, zegt Sommers, en niet alle mensen met een depressie of OCD hebben levendige, oncontroleerbare fantasieën. "Dit is een uniek kenmerk van MD, waardoor het geoorloofd is om het als een aparte stoornis te zien."
Jayne Bigelsen, een advocaat uit New York met een Master in psychologie, is de enige die MD onderzoekt en er ook zelf ervaring mee heeft. Ze heeft zelf onderzoeken gepubliceerd, maar heeft ook samengewerkt met Somer.
Toen ze ongeveer vier jaar was, liep Bigelson uren achter elkaar rondjes. Ze fantaseerde over school en haar favoriete tv-series. Toen ze een jaar of twaalf was, verloor ze de controle. "Ik was altijd op zoek naar momenten om weg te dromen."

Het lukte haar om af te studeren door van haar fantasieën een studiehulpmiddel te maken. Haar dagdromen gingen over General Hospital en voor Bigelsen stelde de personages voor als studenten. "Ik dacht: deze persoon heeft bijles nodig. Terwijl ik studeerde leerde ik haar de stof."
Voordat ze Somer ontmoette, haalde Bigelsen haar psychiater over om een case study te schrijven over haar compulsieve dagdromen. Een paar jaar later liet Bigelsen een fMRI-scan maken. Een professor op Columbia Universiteit wilde tijdens haar dagdromen naar haar hersenactiviteit kijken, in het bijzonder in de delen van de hersenen waar mensen genot ervaren en verwerken.

Het lukte haar om af te studeren door van haar fantasieën een studiehulpmiddel te maken. Haar dagdromen gingen over General Hospital en voor Bigelsen stelde de personages voor als studenten. "Ik dacht: deze persoon heeft bijles nodig. Terwijl ik studeerde leerde ik haar de stof."
Voordat ze Somer ontmoette, haalde Bigelsen haar psychiater over om een case study te schrijven over haar compulsieve dagdromen. Een paar jaar later liet Bigelsen een fMRI-scan maken. Een professor op Columbia Universiteit wilde tijdens haar dagdromen naar haar hersenactiviteit kijken, in het bijzonder in de delen van de hersenen waar mensen genot ervaren en verwerken.

Biegelsen weet dat er dokters zullen zijn die het een raar idee vinden om "creativiteit in te perken met medicijnen." Een onderzoeker zei laatst nog tegen haar: "van welk normaal menselijk gedragskenmerk gaan we hierna een aandoening maken?"
Als bewijs verwijst Bigelsen naar haar onderzoek, de online gemeenschap en de constante stroom aan e-mails die ze krijgt. Verder put ze uit eigen ervaring: "Ik kan je alleen vertellen dat ik gelukkiger ben nu mijn dagdromen onder controle zijn," zegt ze. "Ik ken het verschil."

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk op The Wireless, een site voor en over jonge Nieuw-Zeelanders, die zijn opgegroeid in het digitale tijdperk. 


wat is ocd

door Drea op forum OCD

1)Hoe ontstaat OCD
2)Hoe ontstaan dwanghandelingen
3)Wat is de ultieme methode om van OCD te genezen

Nu ben ik geen arts, neuropsycholoog of wetenschapper, maar ik durf je op alle 3 de vragen wel een antwoord te geven. Het is niet zo dat ik precies weet hoe het allemaal zit, maar ik heb wel veel gelezen over OCD en de behandeling.

1)OCD komt vaak in de kindertijd al aan het licht, maar het kan ook in de late jeugd pas ontstaan.
In het eerste geval zijn het meestal gedragingen en angsten waar een kind oplossingen voor gaat zoeken. Kinderen gaan zo zelf hun manieren bedenken om met de angst voor bijv. vieze beestjes om te gaan. Maar ook een traumatische ervaring of een burn-out kan OCD triggeren.
Ook na de geboorte van een kindje ontwikkelt de kersverse moeder wel eens een vorm van OCD, dit zou met een verstoorde hormoonhuishouding te maken kunnen hebben.
Waarom de ene persoon OCD ontwikkeld en de ander niet, is niet heel goed aan te wijzen. Wel zie je bij mensen met OCD afwijkende hersenactiviteit. Voor zover ik weet is er meestal niet één oorzaak voor OCD, maar ligt het aan meerdere factoren: genen, biologie, hersenchemie, psychisch/gedrag.

2)Hoe dwanghandelingen ontstaan is misschien niet bij iedereen hetzelfde. In elk geval doen we handelingen om een gedachte te bezweren of te neutraliseren. Een goed voorbeeld is smetvrees, ziekteangst en/of poetsdwang.
"Op die deurklink zitten bacteriën, ik ben bang dat ik ziek word als ik die deurklink met blote handen aanraak".
Vervolgens zal diegene daarop iets gaan bedenken, bijv: de deur openen met de elleboog, handschoentjes dragen, de deur openduwen met de voeten of misschien wel helemaal geen deuren meer openen en anderen vragen de deurklink te gebruiken.
En aan deze handelingen zitten vaak rituelen verbonden, zoals keer op keer handgel gebruiken om te ontsmetten, kleding of die handschoenen wassen, de schoenneuzen poetsen, je handen wassen omdat je niet zeker weet of ze echt schoon zijn. Of misschien wel hele andere dingen waarmee diegene denkt zekerheid te verkrijgen over die deurklink. Je gaat er bijvoorbeeld op letten of je niet ziek aan het worden bent en neemt vaak je temperatuur op. Wat je ook veel ziet is "just right OCD". Vijf rondjes om de bank lopen, dan voelt weggaan uit huis pas 'goed' en/of gaan er geen enge dingen gebeuren. Tellen van stoeptegels, vermijden van een bepaalde kleur, checken of de deur wel op slot is....Het zijn allemaal handelingen waarmee iets voorkomen of geneutraliseerd kan worden.
Bij 'Pure O', oftewel Pure Obsessional OCD komen handelingen ook wel voor, maar die zijn iets meer verborgen voor de buitenwereld. Als iemand angstig is over zijn/haar relatie en twijfelt of hij nog wel van zijn partner houd ("Ik weet zeker dat ik van hem/haar houd, maar waarom voelt dit dan niet zo?) dan zoekt diegene telkens bevestiging. Vragen stellen aan zijn/haar partner, zoeken naar tekenen dat het allemaal goed gaat, gevoelens over-analyseren....

Bij het ontstaan zijn dwanghandelingen misschien wel onschuldig of niet zo ingrijpend in je leven. Ik heb zelf geen echte handelingen, maar ik herken wel het zoeken naar bevestiging om zo de angst mee te verminderen. Geruststelling zoeken, bijv. via internet. Maar ik kan me voorstellen dat de compulsies je echt boven het hoofd kunnen groeien.

3)Er bestaan geen ultieme methode om te genezen van een obsessief-compulsieve stoornis.
Dat komt waarschijnlijk omdat de aandoening erg complex in elkaar steekt en versterkt word door aangeboren gevoeligheid (genetisch). Gelukkig is OCD wel goed te behandelen door middel van de combinatie cognitieve therapie en medicatie. Daarbij is ook voldoende rust nemen, ontspanning zoeken, afleiding en een gezonde levensstijl van belang.
Voor velen blijft het een chronische aandoening die vaak, -maar niet altijd- weer ergens de kop op steekt. Triggers zijn stress en vermoeidheid, maar ook ongezonde voeding (te veel suiker) kan een rol spelen.
Ook zij er mensen met OCD die baat hebben bij alternatieve behandelingen zoals hypnotherapie, NLP en ook MBCT (Mindfulness Based Cognitive Therapy, ACT (Acceptance & Commitment Therapy) is in opkomst als reguliere therapie bij OCD. Met andere woorden: er is echt veel wat kan helpen en de kans op een leven waarin je weinig last hebt van OCD is ook heel groot, maar ik ken eigenlijk niemand die helemaal klachtenvrij is.
Soms lukt het om alleen van de dwanghandelingen af te raken en dat is dan ook al zeer leefbaar.

Ik ben er overigens wel van overtuigd dat er ooit een wetenschappelijke methode zal worden gevonden om definitief van OCD verlost te raken.
Op dit moment word er ook onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen zoals rTMS en dTMS, Gamma Knife en andere medicijnen.

maandag 18 december 2017

verbod - vliegwiel

enerzijds is er het verbod - anderzijds het vliegwiel

eerst dacht ik dat het verbod het vliegwiel veroorzaakt heeft
nu kom ik er achter dat het verbod het vliegwiel in toom houdt

als het verbod wegvalt (er is eindelijk ruimte) dan is het hek van de dam
én bij echt noodzakelijke dingen moet ik me zo hard door het verbod heen duwen dat het radicaal wordt (hutje op de hei)



en het vliegwiel voelt als: ik moet dit nu doen, anders is het te laat......

als dit 's nachts gebeurt, kan ik zoveel mogelijk proberen weerstand aan te bieden, dan slaap ik dus niet.


nu is ook duidelijk hoe alleen ik eigenlijk wel ben, overweldigend alleen. Hoe niks mijn ouders hier eigenlijk mee kunnen. Zij kunnen nog eens niet echt voor zichzelf zorgen, niet voor elkaar, laat staan voor ons. Die is schrijnend duidelijk geworden.

Ik ben ook boos, dat iedereen zo stil blijft. Komt dan niemand op het idee dat dit heel moeilijk moet zijn?
Alleen Linde is er. Zelfs de familie niet. Ons ma.

En nu voel ik hoe naar het is om geen fijne woonplek te hebben.

Ik denk nu dat ik vooral het gevoel van overweldiging niet kan handelen. Aan alle kanten niet. Maar naar daar heb ik dan nog meest ervaring mee.

https://www.vice.com/nl/article/gv33qx/wanneer-obsessief-dagdromen-een-mentale-aandoening-wordt

zondag 17 december 2017

label

Het ís een mooie foto. Wat ben ik er blij mee ook. Blij met de middag met Peter, de fotograaf. Die me zo op de foto zette, gewoon in een minuutje ofzo. Hoe makkelijk het was om mezelf te zijn.

Mandy vroeg: ben je niet bang dat het label, de diagnose, je gaat belemmeren om jezelf te zijn? Ze weet dat het mijn levenslange strijd is al om mezelf te mogen zijn. Ik voel haar zorg. Het raakt aan de tekst die ik voel opkomen over labels. Ook ik heb lang weerstand gehad tegen dit soort labels. ADHD, autisme, ocd.

Ik merk dat mensen wat stil gevallen zijn met mijn openbaring. Mensen die me langer kennen, maar hier nog niks van meegekregen hadden. Collega's, mensen in mijn omgeving, kennissen. Ik maak me geen zorgen om mijn band met hen, ik vertrouw op de relatie die inmiddels is opgebouwd. Daarom kan ik deze stap maken. Deze is voor jullie. Maar ik voel wel hoe het ongemak oproept: wat doet deze nieuwe informatie met jouw beeld van mij?

Ik ben nog steeds dezelfde. Het enige wat is veranderd is de informatie die je hebt over wat er in mij gebeurt. En ik voel dat ik er over wil schrijven. Door alle respons voel ik ook steeds beter wat ik er over wil schrijven. De woorden beginnen op te borrelen. Dan begint het wiel te draaien....

Eindelijk weer helderheid na een paar weken complete verwarring. Eindelijk zie ik wat de kern van dit gebeuren is. Het is belangrijk ook. Omvangrijk zelfs, kan ik wel zeggen. Het moet omgezet worden in woorden. Want het inzicht is van belang, niet alleen voor mij. Denk ik dan. Wellicht voor anderen die met hetzelfde worstelen. Of anderszins. Dan heeft het zin voor meer. Voor anderen. Mijn ding heeft zin. Mijn ellende. Mijn verwarring en mijn vechten er uit. Mijn inzicht. Het mag dus niet verloren gaan. Daarom moet ik het opschrijven. En delen. Vooral delen. Het moet. Het moet nu. Nu meteen. Voor ik het kwijt ben.

Voel je de koorts al? Welkom in mijn wereld. Maar....op de plaats rust. Adem in, adem uit.

Ik sus mezelf met de toestemming om wat steekwoorden op te schrijven, de gedachte dat alles precies op het juiste moment en de juiste plaats zal plaatsvinden en ga naar de winkel. Want ik moet boodschappen. En eten. Onderweg herhaal ik alles in mijn hoofd. Het laat me gewoon niet los. Het is te belangrijk.

Omdat ik weet dat ik ga schrijven én delen, herhaal ik het steeds maar in mijn hoofd. In andere gevallen zeg ik het hardop. Steeds maar opnieuw. Alsof ik in gesprek ben. Wat het verschil tussen die twee nou precies is weet ik nog steeds niet helemaal, maar daarvoor ga ik naar de psychiater, gauw genoeg. Degene die uit ervaring weet wat het is. Deskundig van buiten én van binnen. Daarom wil ik naar hem. Want ik wil inzicht én me echt begrepen voelen. Eigenlijk nu meteen. Maar deze kan ik vooralsnog wel even uitstellen. Rustig word ik echter niet echt. Dan komt er een lichte hoofdpijn op.

Dit, beste lezer, is ocd.

Ik snap de weerstand tegen labels. Ik denk echter dat er sprake is van een misverstand. Het is niet het label zelf, als je het mij vraagt. In een realiteit waarin je alleen maar kunt weten hoe je bent, door jezelf te vergelijken met dat wat buiten je is, labelen we dingen. Groot-klein, zwaar-licht, donker-licht, man-vrouw, mens-dier, vast-vloeibaar. Noem maar op.

Ik weet alleen of ik groot ben, als er meer mensen kleiner zijn dan ik. Ik weet alleen dat ik vrouw ben, door mijn lichaam te vergelijken met dat van anderen en dan te concluderen dat mannen een ander lichaam hebben.

Maar 1.75 lang zijn en een vrouwenlichaam hebben, daar vinden we niet zo veel van. Dat zijn gegevens. Daarin hebben we geen norm over goed of fout.

Naast ocd, heb ik een bovengemiddeld iq. In vergelijking met veel anderen. Behoefte aan alleen zijn met tijd en wijlen om tot mezelf te komen. Meer dan veel anderen. Een gevoelig systeem. Meer dan veel anderen. Wat vinden we dáár eigenlijk van?

Niet zo veel, zegt u?
Goed, dan pak ik er de labels bij. Wat denkt u van: hoogbegaafd, introvert, hsp?

Mandy zei ook: ik kan niet voorkomen dat ik meteen denk over de dingen waar ik moeite mee had bij jou: dat zal de ocd dan wel zijn. En ik denk en zeg nu: lieve schat....dat ís ook zo. En het verandert niks aan mijn eigenheid. De ocd hoort bij mij. Is deel van wie ik ben. Net als het hoge iq, de gevoeligheid en de introversie.

We moeten mijns inzien niet af van de labels. Ze geven de verschillen aan tussen mensen, en daarmee juist uitdrukking aan eigenheid. Individualiteit. Waar we vanaf moeten, als je het mij vraagt, is iets vinden van de labels op zich. Welke wel akkoord zijn en welke niet. Welke goed zijn en welke te verfoeien.

Dáárom doe ik dit. Omdat het ondraaglijk is geworden te verbergen dat ik dit óók ben. Dit ben ik óók. Waarmee er eindelijk twee werelden samenkomen. En ik me steeds minder versplinterd voel.

Het stigma was er de reden van dat ik 23 jaar geleden de psychiatrie de rug toekeerde. Na een jaar dagbehandeling. Niet omdat ik slechte ervaringen had met die dagbehandeling. Integendeel. Het eerste anderhalf jaar daarna was de meest zorgeloze en daardoor gelukkige periode in mijn leven.

Maar het label psychiatrisch.......daar vinden we massaal toch echt wel wat van. Dat weet ik als geen ander.

Een andere vriendin zei me: Carry, je mag trots zijn op jezelf ook zonder het label of diploma. Maar dit gaat niet over trots. Dit gaat over solliciteren op een droombaan en dan geen papieren kunnen overleggen als ze dat vragen. Belangrijk vinden. Eisen. En op de vraag waarom je dan je opleiding niet afgemaakt hebt, niet willen zeggen dat je die onderbroken hebt om in psychiatrische dagbehandeling te gaan. Want je weet al waar dat toe leidt: nou, mevrouw....in dat geval kiezen we toch liever voor de andere kandidaat.

Dáár gaat dit om. Dat heb ik in mijn eentje niet bedacht. Dat doen we massaal. Stomme is dat we dat allemaal eigenlijk helemaal niet willen. Op persoonlijke basis zegt iedereen dan: belachelijk dat je daarop afgewezen wordt. Maar we doen het allemaal. Zeggen ook tegen onszelf dat we ons niet zo moeten aanstellen. Bij zoiets als hoogtevrees bijvoorbeeld. Misschien om onszelf moed in te praten. Of moed met een t. En dat laatste is dus een tikje bedrieglijk bij ocd.

Ik draag het label al lang. In het verborgene. Maar wat dat kost. Het helpt ook helemaal niet. Want in plaats van zeggen dat ik mijn opleiding niet heb afgemaakt omdat mijn vertrouwen nog te breekbaar was na dat jaar, dan maar hakkelend allerlei andere ongein bedenken....dat is het ook niet echt meer voor mij. Bovendien in strijd met mijn (dwangmatige) neiging om eerlijk te zijn. Kortom, met het geheim houden kon ik juist niet mezelf zijn.

Vanaf hier dus openlijk. Mét trots. Want wat heb ik gevochten.
Deze is ook voor moeder. Omdat ik van haar de vechtlust heb gekregen.

Daarmee ben ik eindelijk terug bij de reden, de mantra die me aan de gang hield, de drijfveer die het vliegwiel draaiende hield: ik wil alleen maar fijn samen. Kunnen we gewoon fijn samen? En heeft de moet - met d en/of t * - me toch iets opgeleverd.

* doorhalen wat niet van toepassing is

zaterdag 16 december 2017

daar zit niemand op te wachten

Hij zei: mensen zitten daar niet op te wachten.
En dat, precies dat was altijd waar. Ze zaten er niet op te wachten. Niemand zat op mij te wachten, op wat ik wilde zeggen, wat ik voelde, wat ik dacht. Dat ís gewoon zo. En daarom zweeg ik juist in alle talen en greep ik naar de schizo. Want ik moest er toch ergens mee naar toe. En hele dagboeken vol geschreven. Dat is voor mij ook altijd de verklaring geweest van het nut van schizo: dat wat ik dus niet mag, toch kunnen doen.
Later kwamen daar de blogs dan bij en websites. Maar dat is nog altijd heel vrijblijvend. En lang ook bevestigend voor die oorspronkelijke conclusie, niemand zit er op te wachten. Ik werd ook niet gelezen.

Ik wacht ook altijd of ik ruimte krijg of ik ruimte voel om dingen te delen. (afwachtende houding waar ik onlangs op afgewezen ben). Om te delen wie ik ben. Om openhartig te zijn. Face to face. In het werkelijke contact. Onlangs ben ik afgewezen op de afwachtende houding. En dan raak ik helemaal het spoor bijster. Dan weet ik dus helemaal niet meer wat ik moet doen. En dat laatste, daarvan begint me nu duidelijk te worden dat het de ocd is.

Met de laatste mails doe ik dus iets fouts, volgens mijn overtuigingen. En daar voelt het alsof het hek van de dam is gegaan. Er een beerput open is getrokken. Want ik voel nu natuurlijk wel ruimte en geef mezelf iets van toestemming vanwege: professional en herkenning enz.
Maar ik weet dus ondertussen niet meer waar ik de rem op moet trekken. Omdat ik eigenlijk dus al altijd op die rem stond, en de schizo nodig had, als het ware.

En vanuit die censuur, was het delen van ocd en schizo al helemaal not done, dubbelop.

Nu komt de vraag op of de schizo er toch zou zijn geweest, of iets anders, omdat er geen einde komt aan de onrustige vraag wat ik moet doen. Wat ik mag doen. Want wat ik wil doen is me ondertussen gelukkig wel steeds duidelijker.

Maar dus heb ik het altijd in die overtuigingen gezocht. Maar dat heeft me niet de oplossing gebracht.

En nu wil ik dus met Menno de afspraak, omdat ik er niet aan moet denken om dit traject weer helemaal af te moeten leggen met een nieuwe vreemde. Moet ik me weer door die ellendige shit heen duwen van linksom of rechtsom me afvragen of ik doordraaf. Waar ik mezelf tot de orde moet roepen, wat ik wel en niet mag. Waar ik dan in doordraaf.

Tot dat mijn dochter zegt: mam, je draaft vooral door over de vraag of je doordraaft. O god, verlos mij.

Ik besef dat ik precies hetzelfde doe als mijn moeder, zij heeft echter nog veel minder basis (en inzicht) in zichzelf. Het verschil met haar is dat het me aangedreven heeft te gaan zoeken. Waar zij op dezelfde voet is blijven vechten. En het zoeken heeft me wel heel veel opgeleverd.

Maar dit angstvallige vastklampen aan de respons uit de buitenwereld over wat ik moet doen in die buitenwereld, is de insteek geweest tijdens de dagbehandeling destijds. Omdat ik toen ook alle gevoel kwijt was van wat ik zelf eigenlijk wou. Ik moest meer zelfgevoel ontwikkelen, meer gevoel voor de grenzen tussen mij en de buitenwereld. En daar in die buitenwereld meer voor mezelf opkomen. Maar dat is dus moeilijk (beladen - denk aan workshop omgaan met lastig gedrag), en bovendien bestaat de neiging om door te draven als er wel ruimte is.

Ik zit dus in werk, een vaste baan, waarin de ander mij vertelt wat ik moet doen. Die blijft het makkelijkst, omdat ik echt de weg kwijt raak als ik het allemaal zelf moet bedenken en beslissen. Maar ik kan me dus ook maar niet losrukken van dit werk, terwijl het ook niet vervult. Want het is niet fijn - nooit geweest ook.

Mijn mantra is sinds mijn jeugd: fijn samen. Maar hoe ik dat in realiteit vorm moet geven....groot vraagteken. In wonen, in werk, in relaties....

Het is dus ook een heuse mindfuck dat ik het nu allemaal wat meer lijkt te krijgen nu ik open ben over dit gedoe en geworstel allemaal. En ook wel weer logisch.

psychiatrie

Ik heb me in bochten gekronkeld tijdens mijn hele werkende leven om tijdens sollicitatierondes niet te hoeven zeggen dat ik mijn HBO-opleiding heb onderbroken om in therapie te gaan. Ik maakte er dan al stamelend een wazig verhaaltje van. Iets met ziek en persoonlijk enzo. Want liegen wil ik niet.

Therapie klinkt dan nogal algemeen. Psychiatrische dagbehandeling is al helemaal fout. Ik heb de psychiatrie dan ook heel beslist de rug toegekeerd toen het "klaar" was. Niet omdat ik zo'n slechte ervaringen had met de psychiatrie op zich. Integendeel, ik kwam er veel beter uit dan ik er in ging, dat jaar dagbehandeling. Maar omdat ik de psychiatrie nodig had. Want ja, dan ben je dus eigenlijk wel echt van lotje getikt. Dan is er een steekje los, ben je coocoo. Gek.

23 jaar geleden is dat nu. Gek ben ik misschien wel, maar dan toch meer omdat ik dat soort denktranten uit de prehistorie ben gaan overnemen. Wat? Ik denk dat ze in de prehistorie helemaal niet zo dachten over mensen zoals ik zelf.

Inmiddels heb ik niet zo gek veel meer te verliezen. Want zo'n beetje alle schijnzekerheden al verloren. Maar de stap terug de psychiatrie in blijkt toch moeilijk.

Mijn mentor 15 jaar geleden zei: je hebt veel moed. Je hoort het niet in spreektaal, het verschil in d of t aan het eind van zo'n woord. Moet met een t of d? Je bent moedig. En ik zei, eigenwijs als ik was: nee nee Leen, het is bittere noodzaak. Het moet. En dat voelde ook zo.

vrijdag 15 december 2017

over de datum

een jaar geleden is het nu. Ik denk er veel aan terug op het moment.

Ik zat in mijn hutje op de hei. Heel de wereld ervan overtuigd dat dit was wat ik al jaren wilde. Inclusief mijzelf. Nouja....eigenlijk wilde ik tiny housing. Maar dit kwam dicht in de buurt: een grote caravan op een natuurkampeerterrein.

Weet je nog, dat ik heel beslist al mijn spullen wegdeed, mijn huis opzei en alles weggaf om aan iets nieuws te beginnen? Hoe dat letterlijk en figuurlijk instortte? Het was nog maar amper rond toen ik al besefte dat ik me vergist had. Nog voor de boel instortte. Dat ik me voorgehouden had dat dit moest, als beste oplossing voor het probleem rondom stress met burengedoe: geen buren hebben. Nergens had ik rekening gehouden met het feit dat ik me wel eens heel eenzaam zou kunnen voelen. Want ik wilde rust.

Vervolgens kwam het volgende probleem: hoe moest ik mijn vergissing verklaren? Juist ja. Want ook dat moest. Voor mezelf - it must all make sense en in mijn wereld gaat niks verloren - en naar buiten toe ook. Dat krijg je met al dat open gooien.

Ik vind het fijn...bloggen. Voor diegenen die dat nog niet wisten. Het zal alleen vanaf hier een andere kleur gaan krijgen. Schat ik zo. Of misschien ook niet, want de boel is nogal aan het verschuiven hierzo.

Vorig blog ging over mijn dwangstoornis, waarvan op dat moment nog niet zeker was of het wel een dwangstoornis is. Een stoornis sowieso, en ik ben bekend met dwangproblematiek. Tien dagen later weet ik al zoveel meer. Zoals dat dan gaat als ik een bepaald spoor oppik. Zeer gedreven noemen we dat dan aan de positieve kant van de vage lijn tussen alles en niks: meer dan genoeg. Net over die lijn gaat het echter steeds meer richting dwangmatig: een beetje teveel van het goede misschien?

Vandaag had ik een gesprek met Peter, de fotograaf. Hij zei: maar je kan er niks aan doen. En dan komt het direct en vanzelf op: is dat zo? Vanaf twee kanten: overkomt het me dan? En moet ik me er maar bij neerleggen dan? Beide zijn onaanvaardbaar eigenlijk. En dat.....juist dat blijkt één van de typische kenmerken van de onrust bij dwangproblematiek.

Over de datum zeg ik alleen dat dochterlief jarig is vandaag. Ze wordt 21. Vele, vele jaren is ze mijn anker geweest. Dat weet ze ook. Heeft ze gevoeld. Wat ik dan weer betreur. Want ik had haar moeder moeten zijn. Maar ik moet wel meer.

Ik ga nog meer schrijven. Veel meer. Het helpt me. Ook al weet ik niet waar het ergens zit op de schaal tussen alles en niks. Dat mogen lezers dan bepalen.


onderzoek md

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSdfZDKqVE5vkF4cz9BYGPpqz6EyKbA195G8FFXmqcXeJoQK1A/viewform

maandag 11 december 2017

brief 3

Inmiddels ben ik bijna bij het einde aanbeland van het boek, vandaag een groot stuk ineens gelezen, waarbij ik veel herken en weinig lees wat echt helemaal nieuw is voor mij. De herkenning is ondertussen van bijzonder grote waarde.

In het hoofdstuk over oorzaken kom ik echter kleine zinnetjes tegen waar ik erg op aan sla:
  • het gegeven dat de hersenen gewoon echt veranderen (oei, onomkeerbaar dan?)
  • over de onmaakbaarheid van het leven (dat is het spoor wat ik ben gaan volgen, wat niet tot de oplossing heeft geleid, dus helaas moet ik het eens zijn met je conclusie dat het niet zo maakbaar is als we onszelf doen geloven)
  • over het al dan niet aanwezige nut van inzichten rondom oorzakelijke verbanden met traumatische gebeurtenissen (ook daarin heb ik vastgesteld dat inzicht niet leidt tot de oplossing, maar verder was ik helaas zelf nog niet gekomen).

Als ik meer informatie tot mijn beschikking had gehad, had ik soortgelijk boek willen schrijven. Feitelijk heb ik al vele dagboeken, blogs en later websites volgeschreven met inzichten, die mijns inziens allemaal niet verloren mogen gaan. En dan kom ik al glimlachend uit bij die mooie conclusie die je ergens trekt, dat mensen moeten gaan vertrouwen dat er één of ander groter plan is. Ja, dat vind ik ook.

En - al hardop pratende natuurlijk -  hoor ik mezelf concluderen dat het misschien wel dat idee is wat me maar koortsachtig doet blijven zoeken naar de antwoorden, want it must all make sense in mijn wereld. Ik wil dat plan dan weten, begrijpen, zien...en gebeurtenissen toe kunnen schrijven aan een plan met redenen en doel.
Kortom: ik kan gewoon niet omgaan met de grilligheid van toeval. Stel dat er geen plan is, waar haal ik dan mijn zekerheid vandaan? En voor ik het weet zit ik dan ineens in de trein naar Timboektoe.....en besef dat mijn hele naarstige zoektocht naar de oplossing voor mijn dwangneigingen.....alleen maar meer dwang zou kunnen zijn. Het zweet breekt me aan alle kanten uit.

OMG. En getver!!

Ik weet dat openheid en naar buiten treden mijn weg eruit is. Juist ook door wat het is. Het risico lopen van afwijzing om mij onbekende en grillige redenen. Mensen zijn grillig. Mijn moeder was onvoorspelbaar, een wandelende tijdbom. Maar of de dreiging die ik daardoor voelde de oorzaak is, is dus nu ineens twijfelachtig geworden. Bam, weg zekerheid. Juist ja....ik zie wat ik al die tijd heb willen doen. Het valt nog niet mee om de echte reden van de onrust te achterhalen als je er midden in zit.

Wellicht kom ik nooit helemaal van het dagdromen af, die kans acht ik groot, maar ik neig daarnaast ook nogal naar het zoeken van veiligheid in de werkelijke interactie met anderen. Daar zit een spoor wat ik nog niet heb gevolgd, en mijn vertrouwen in het volgen van het juiste spoor is inmiddels door alle inzicht en nieuwe beslissingen wel gegroeid. Er moeten nog antwoorden zijn waar ik niks van weet.

Bovendien ben ik op een punt in mijn leven dat ik alle oude manieren helemaal heb uitgemolken en dat heeft geleid tot het opgeven van al mijn spullen nu een jaar geleden voor een hutje op de hei, wat helemaal is ingestort want het was helemaal niet wat ik wilde diep van binnen, nog altijd niet in staat om in een relatie te blijven, en geen flauw idee meer hebben welke plek ik eigenlijk wil/kan of zou moeten innemen als werkend lid van de samenleving.

Jammerlijk gefaald in alles, maar zeer succesvol in het koortsachtig vasthouden aan waarheden die nu verdacht veel lijken op dwang. En ik heb dan gelukkig ook nog mijn kind groot weten te brengen, dat wel. En ben erg succesvol in het overtuigen van anderen waarom dit allemaal toch heel veel nut en zin heeft. Want: it múst all make sense. En natuurlijk doet het dat ook. Indien niet, dan maak ik dat wel zo.

Hoe vreselijk. Mijn brein was altijd datgene waar ik me op kon verlaten, in alle grilligheid die er was tijdens mijn opgroeien. En nu moet ik misschien wel constateren dat het mijn brein zelf is.

Vrijdag laat ik me op de foto zetten door Peter Kappinga, die mensen met stoornissen wil portretteren. Hij heeft de associatie met treinen als hij mijn verhaal leest. Die associatie komt nog veel dichter bij mijn ervaring dan zo op het eerste oog misschien lijkt. Het wordt tijd om uit de trein te stappen en echt contact te maken. Niet veilig van achter mijn pc, maar echt.

Want ik werk wel, in de zorg, maar ik draai dus nachtdiensten, leef heel veel 's nachts en werk bij Fokus - op aanwijzing van de cliënt. Het past allemaal in het soort veiligheid die in het verlengde ligt van alles wat ik hiervoor al bedacht heb. Maar het brengt me niet de vervulling die ik zo naarstig zoek.

Bahbah....en tegelijk weet ik: dit is goed. En pas het begin van een verandering op meer fundamenteel niveau.

Oja, ik heb het boek van Kees Hoogduin ingezien, en zijn casusbeschrijving van een man met ziekelijk dagdromen zoals hij het noemt is herkenbaar. Beetje jammer dat het een stereotypisch geval betreft van de sociaal onvaardige supernerd, die tot aan zijn 30ste bij zijn ouders is blijven wonen en dan in de problemen komt als hij een nieuwe baan krijgt. Even heel gechargeerd neergezet. Maar wellicht de enige casus die hij had destijds.

Ook herken ik me niet in de verhalen van mensen die externe werelden bedenken, zichzelf in trance wiegen op bed met muziek op de oren en dan scenes fantaseren. Ik kan dat wel, maar dat is allemaal onder controle en dus niet wat ik bedoel.

Anyways, ik heb toch maar mailcontact gezocht met het HSK, omdat Hoogduin daar nog ergens mee verbonden is. Vanwege zijn schrijven in het boek, hoewel summier en maar één casus. En ik sta open voor verder onderzoek. Ik denk zelfs na over medicatie, maar dat blijft vooralsnog bij denken.

Heb in de tijd van dagbehandeling medicatie tegen de depressie gehad. Eerst door de huisarts prozac. Toen ik in therapie ging bij wat toen nog het IPZ heette, moest ik er vanaf, want eerst gedragstherapie....maar omdat ik nergens toe kwam heb ik toch andere medicatie gehad, waardoor ik toekwam aan het oefenen van nieuw gedrag.

Ik had last van malende negatieve gedachten -  een dwangneurose zeiden ze toen. Onderdeel van de therapie waren gezinsgesprekken. Daar zit een hele voorgeschiedenis van geweld aan mijn moeders kant....dus de gedachte dat daar oorzaken te vinden waren, was niet zo vreemd. Maar zoals gezegd - en wat ik dus ook terug lees in je boek - het heeft niet geleid tot de oplossing. Zelfs alle inzicht in transparante overtuigingen niet.

Ik knapte op van de therapie, maar gleed helemaal terug naar af en ver daaronder, toen ik alleen kwam staan tijdens mijn zwangerschap. De man ging weg omdat er met mij niet te leven zou zijn. En mijn record in relatie is ook maar iets van 8 maanden ofzo. Daarin klopt het vaak genoeg ook (net) niet en dus stap ik vanzelf weer in de trein.

Het is gruwelijk confronterend om mezelf dit te zien schrijven. En het zet een heleboel op zijn kop. Maar het komt wel op een moment in mijn leven dat ik het zo kan bekijken. Heftige shit wel.

Goed, ik laat het nog wat verder op me inwerken....

zondag 10 december 2017

email van den hout

https://www.uu.nl/medewerkers/mvandenhout

mocht het me te lang duren

wel of geen stoornis

Is het nou wel of niet een stoornis?
De term Maladaptive of excessive daydreaming is bedacht door prof Eli Somer in 2002. De stoornis is tot op heden nog niet ondergebracht in de DSM-V. Prof Somer stelt dat de aandoening elementen in zich heeft van dwang (ocd) dissociatie en verslaving. Hij heeft ook ontdekt dat slechts een deel van zijn patiënten jeugdtrauma heeft opgelopen en dat een ander deel deze stoornis ontwikkelt om nog onbekende redenen.

Prof. Kees Hoogduin stelt in zijn boek “Psychologische interventies bij ongewone stoornissen” uit 2007 bij een casusbeschrijving vast dat er sprake is van een stoornis in de impulscontrole niet elders geclassificeerd volgens de DSM-IV. Hij zegt over het dagdromen het volgende: mensen die dagdromen trekken zich terug in een wereld waarin zij het zelf voor het zeggen hebben. Een buitenwereld die wordt afgewezen of als bedreigend wordt ervaren kan zo worden buitengesloten. In de casus neemt het dagdromen dusdanige vormen aan dat het normaal functioneren in de weg staat. (Daarmee wordt het overmatig of excessive en een stoornis - red.)

Prof. Hoogduin stelt overeenkomsten vast met andere stoornissen in de impulscontrole, zoals het pathologisch gokken.

Andere deskundigen kunnen het niet eens worden over de vraag of dit een stoornis is, en waar die dan onder gebracht zou moeten worden in de classificering.

Ik ben voor het verkrijgen van meer bekendheid. Omdat ik dit wel zeker als een belemmering ervaar in het normaal functioneren, en het als een coping-mechanisme heb ontwikkeld in mijn jeugd. Ik leefde er al 37 jaar mee, toen ik er onlangs achter kwam dat meer mensen hier last van hebben. Daarmee ging er een nieuwe - maar kleine wereld voor me open. Die mag wel wat groeien, vind ik.

woensdag 6 december 2017

links md

https://thedreamingplace.com/about-this-site/


Kees Hoogduin: HSK
https://www.hsk.nl/over-hsk
https://www.boompsychologie.nl/product/100-1404_Behandelprotocol-Ongewenste-gewoonten


oprichten stichting:
http://www.nieuwestichting.nl/stichting-oprichten/stappenplan.html


Maladaptive of excessive daydreaming is een term die bedacht is door prof Eli Somer in 2002. De stoornis is tot op heden nog niet ondergebracht in de DSM-V. Hij stelt dat de aandoening elementen in zich heeft van dwang (ocd) dissociatie en verslaving. Hij heeft ook ontdekt dat slechts een dele van zijn patiënten jeugdtrauma hebben opgelopen en dat een ander deel deze stoornis ontwikkelt om nog onbekende redenen.

Prof Kees Hoogduin stelt in zijn boek: Psychologische interventies bij ongewone stoornissen bij een casusbeschrijving vast dat er sprake is van een stoornis in de impulscontrole niet elders geclassificeerd volgens de DSM-IV.

Hij zegt over het dagdromen het volgende: mensen die dagdromen trekken zich terug in een wereld waarin zij het zelf voor het zeggen hebben. Een buiten wereld die wordt afgewezen of als bedreigend wordt ervaren kan zo worden buitengesloten. In de casus neemt het dagdromen dusdanige vormen aan dat normaal functioneren in de weg staat. (Daarmee wordt het overmatig of excessive en een stoornis - red.) Prof. Hoogbuin stelt overeenkomsten vast met andere stoornissen in de impulscontrole, zoals het pathologisch gokken.

Andere deskundigen kunnen het niet eens worden over de vraag of dit een stoornis is, en waar die dan onder gebracht zou moeten worden in de classificering. Ik ben voor het verkrijgen van meer bekendheid.

zaterdag 2 december 2017

schizo

Hallo meneer Oosterhoff,

Al een paar dagen ben ik me aan het voorbereiden om deze mail te schrijven. Ergens vorige week verscheen op de wall van fb de aankondiging van MIND dat u te gast zou zijn bij RTL Late Night. Dat heb ik een dag of wat later online zitten kijken en meteen wist ik: ik moet uw boek lezen. Dat ben ik nu aan het doen. En ik wist ook: ik ga u een mail sturen. Ook dat ben ik nu dus aan het doen.

Ik ben bang dat het een lang stuk zal worden. Ook ik ben hier nogal perfectionistisch in, en wil niks vergeten. Dat komt ook terug met het schrijven van mijn blogs. Die moeten een mooi rond verhaal zijn, en dat lukt soms in vrij korte tijd. Half uurtje ofzo. Dan volgen er echter nog uren waarin ik de tekst perfectioneer, en er afbeeldingen bij zoek die precies de sfeer weergeven van wat ik wil zeggen. Maar....dat ervaar ik niet als belastend. Het is echter wel tekenend voor mijn dwangmatige neigingen.

Ik ben in het boek aanbeland in hoofdstuk 5, wat voor dwang heeft u dan? Afgelopen dagen heb ik in gedachten deze mail geschreven en weer uitgesteld. Met een gevoel van blijdschap dat ik het ga doen, en tegelijk uitstellen omdat die blijdschap na het schrijven dus dan weer voorbij is.

Mijn dwang...daarvan weet ik niet helemaal zeker of het wel dwang is. Wel dat het niet "normaal" is. En dat het een mechanisme is om koortsachtige onrust te doen verdwijnen, wat uiteindelijk nooit lukt. Maar het voelt niet als dwang, meer als iets wat ik heel vanzelf doe, zonder ook nog maar enig gevoel te hebben dat ik er voor kies. Het gebeurt bijna buiten mijn bewuste wil om, alsof ik er zelf niks meer over te zeggen heb.

Gisteren heb ik er mijn dochter uitgebreid over verteld. Zij is creatief therapeut in opleiding en kent mij beter dan wie ook. Eigenlijk is zij de enige die mij echt kent. En dat heeft alles te maken met mijn stoornis. Ik noem hem al jaren de schizo.

Het begint eigenlijk al vroeg in mijn jeugd. Ik heb een rijke fantasie, en als klein meisje lag ik in bed te fantaseren, over van alles en nog wat. Over hoe ik de amazone te paard was die mensen in nood kwam redden. Over vreemde dingen die mij overkwamen en die ik dan te boven zou komen. In mijn fantasie was ik altijd de heldin.

Toen ik 10 was, kreeg ik orgelles. Van een vriendelijke man, die elke week bij ons thuis langskwam om mij een half uur één-op-één aandacht te geven. In die tijd begon ik steeds meer last te krijgen van de sfeer in huis. Die gespannen was, kil of op andere manieren akelig. Nu besef ik dat allebei mijn ouders erg onder druk stonden, toen had ik vooral last van de nare sfeer. En dat stak schril af tegen dat éne half uur in de week.

Al gauw had ik de oplossing voor wat voor mij een ondraaglijke situatie werd: ik leefde in een kille wereld, met een half uur warmte per week. Fantasie werd mijn toevlucht. Ik trok me terug op mijn kamertje en stelde me voor hoe de orgelleraar daar was. Dat was helemaal niet moeilijk voor mij, met mijn levendige fantasie. En dat was het begin van wat uitgroeide tot een middel tegen de eenzaamheid die me steeds verder vervreemdde van de dagelijkse realiteit.

Er zijn enkele mensen die er van weten. Enigszins. Mijn moeder, een vriendin, mijn zus, die me vroeger eens betrapte in een gesprek met iemand die zij niet kon zien en me daarop hard uitlachte. Daardoor wist ik in ieder geval heel zeker: dit moet ik zoveel mogelijk verborgen houden. Ik was toen 12 of 13.
Mijn dochter weet het ook, we hebben met ons tweeën jaren samen gehuisd, en dus heeft zij mij ook wel eens pratend aangetroffen. Dat zei ze: mam, ik ben er hè. Ik kan je horen.

Maar niemand weet welke vormen het kan aannemen. Ook toen ik in psychiatrische dagbehandeling was, tegen zware depressie en neurotische neigingen, heb ik daarover weinig verteld. Te veel schaamte. Ik weet wel dat het niet normaal is. Ik weet eigenlijk niet meer precies wat destijds de diagnose was, wat precies de neurotische neigingen waren waarvoor ik in behandeling was. Ik ging vrijwillig in therapie omdat ik erg depressief was, en nergens toe kwam meer. Als ik erg depressief ben, ben ik de schizo voorbij. Die kan me dan niet meer optillen, als het ware.

Ik weet alleen van de therapie destijds dat ik in de groep neuroten zat, en de psychoten hadden significant andere ziektebeelden. En ook dat je eigenlijk nooit de oversteek maakt van neurose naar psychose. Tenminste dat was de praat. Dat vond ik wel fijn, want een psychose zou betekenen dat je de grip op de werkelijkheid verliest. Terwijl je bij neurose ergens wel weet wat je doet en ook dat het niet normaal is.

Maar in de tijd dat ik het zwaar had, toen ik probeerde mijn dochter in mijn eentje groot te brengen, de boel bij elkaar probeerde te houden in armoede, met werken en zorgen tegelijk....in die tijd vierde schizo hoogtij. Als ik dan mijn dochter in bed had gelegd, de trap afgelopen was en de huiskamer binnen liep, dan zag ik niet dat die gewoon leeg was. Dan zat er altijd iemand met wie ik nog een appeltje te schillen had. Of een fijn gesprek wilde voeren. Of wat dan ook dat iets in mijn gevoel getriggerd had, wat niet fijn voelde, of me onrustig maakte, of niet klopte.

Op enig moment was het zo erg dat ik in een winkel stond en soort van ontwaakte uit de schizo, zag waar ik was en helemaal niet had meegekregen dat ik er naar toe was gegaan. Je weet wel, dat gevoel van dagdromen, zoals je ook op de automatische piloot kunt autorijden en weg kunt dromen ondertussen. Ik deed niks anders meer. En praatte hardop dus tegen die persoon die bij me was. Altijd bestaande personen. Altijd mensen met wie er iets was. Iets wat ik nog wilde met die persoon. Kon fijn zijn, of juist niet. Maar hoe dan ook was ik niet bij machte het in het echt te doen, en deed het dan maar in het onecht.

Therapie had er dus niet bij geholpen. Maar ik was er dan ook niet voor in behandeling. En had er maar summier over verteld. Nog altijd zeggen mensen dan: o, maar ik praat ook wel in mezelf. Of tegen mezelf. Ja, ik praat dus niet tegen mezelf, maar tegen mensen die er niet zijn. Ik zie ze ook. Niet met mijn ogen, maar zoals je dingen kunt dagdromen.

Om een zeer recent voorbeeld te geven: ik kreeg een telefoontje met de uitslag van mijn sollicitatie. Wel of niet aangenomen. Ik had het gevoel dat het niet door zou gaan. Dat klopte. Ik werd afgewezen. Het verraste me niet. Maar toen ik vroeg naar de reden, verraste die me wel. Ik vond m ook onredelijk. Niet fair. En begon mijn reactie daarop te geven. Maar in het moment zelf kon ik niet op de juiste woorden komen. Sterker nog: ik kon helemaal niet op tekst komen. Dit gebeurt me wel meer. Daar erger ik me dan zo aan, dat ik de gedachte van het onaffe gesprek niet kan verdragen.

Daar begint de schizo. Direct na het ophangen. Ik doe het gesprek opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Hardop. Ik zie de persoon voor me, en praat er tegen. Alsof het een echt gesprek is. De ander antwoordt in gedachten en ik reageer. Met drukke handgebaren, lichaamstaal en al. Als je mij zou filmen, zou het er uit zien alsof ik tegen een geest praat. Een toneelstuk aan het repeteren ben. Want opnieuw, en als het niet oplucht, dan iets andere woorden, of nog een keer. Iets nadrukkelijker. Of wat dan ook. Het lucht nooit op. Het duurt dagen. Houdt me de hele dag bezig. Het voelt als een koorts. Maar ik praat alleen maar als ik alleen ben. Ook op straat. Met het gevaar dat anderen me zien en horen.

Het gevoel ebt uiteindelijk wel weg, na een aantal dagen. Afhankelijk van de heftigheid van het gevoel. De scherpe kantjes raken er van af, en het gevoel verdwijnt naar de achtergrond. Tot het ver genoeg weg is dat de schizo niet meer hoeft. Dan is er wel iets anders om over te schizoën. Want dat is er altijd. Er gaat geen dag voorbij zonder schizo. Ook al probeer ik al jaren er vanaf te komen. Ik ben me er van bewust dat er een niet-fijn gevoel aan vooraf gaat. En dit is een klein voorbeeld. Als ik verliefd ben, en de ander weet dat nog niet, maar ik wil het wel gaan uitleven....de spanning die dat oproept is zo ondraaglijk dat ik niks anders doe dan wekenlang koortsachtig toneelstukken opvoeren. Inclusief omhelzingen en al.

Na een training met NLP-technieken (Avatar) heb ik mijn trainer op de hoogte gesteld van de schizo. Ook summier. Maar hij nam me heel serieus. Anders dan de meeste anderen, die het wegwimpelen. Omdat ik het niet normaal noem. En ik het voornamelijk in mijn eentje doe. Het dus niet zo opgemerkt wordt door anderen. Hoewel ik ook tijden heb gehad waarin ik in gedachten altijd iemand bij me had. Ook in gezelschap van echte mensen. Maar als er mensen bij zijn, is de verleiding om hardop te praten minder groot. Of mijn aandacht afgeleid. Niet altijd. Want het ontglipt me nog wel eens.

Maar inmiddels lukt het wel steeds beter om dan met de aandacht bij het echte gezelschap te blijven. De mensen die het wegwimpelden vertegenwoordigen de stem in mij, die zegt dat ik me aanstel. Dat het niks is. Wat ik erg fijn vond om te lezen in het boek: die twijfel of het wel dwang is. Ik twijfel eigenlijk aan zoveel in mezelf. Schijn een erg vertekend beeld te hebben van mezelf, als ik anderen moet geloven. Vooral van hoe ik overkom op anderen. Ik heb daar geen echt duidelijk beeld van.

Na die Avatar training heb ik geprobeerd te stoppen. Dan nam ik me voor het een dag niet te doen. Maar dat bleek gewoon niet te doen. Het gaat vanzelf. Het is een gewoonte geworden. Of eerder een reflex. Ik weet niet eigenlijk wat het is. Ik kan niet zeggen dat ik het móét doen. Maar ook niet dat ik het wíl doen. Ik probeer vooral te ervaren wat ik wens te ervaren. Niet zo bewust meer, maar dat ligt er onder. Of het is onrust om iets wat is gebeurd, of onrust door verlangen naar iets wat er niet is en wat ik in het echt niet kan realiseren. Maar het ervaren van de rust of het vervulde verlangen lukt natuurlijk nooit met de schizo. Wat een middel was tegen eenzaamheid, vergroot die alleen maar, met het groeiende besef hoe nep het is.

Ik heb lang niet goed kunnen functioneren. Niet echt. Ik ben namelijk ook een koortsachtig zoeker. Kan er slecht tegen als ik me niet ontwikkel. Wortel schieten noem ik het. Ook wel doodbloeden. Ik heb dus nooit lang een baan kunnen volhouden. Inmiddels is het wat rustiger, zit ik al 5 jaar in eenzelfde baan. Met veel onrust ook trouwens, want ik riep al na een paar weken dat ik er weg wilde. Het zoeken heeft me echter wel opgeleverd dat ik veel inzicht heb gekregen in mezelf. Ik ben daardoor rustiger geworden in de loop van mijn leven (nu 47 jaar).

Maar....alleen mijn dochter kent me. Mijn collega's komen daarna, zij zien best veel van mij. Een goede vriendin weet ook veel. En dan houdt het wel op. Want ik laat verder alleen in de schizo alles zien, alleen dat voelt echt veilig. De echte wereld is zo moeilijk. Zo ingewikkeld. En zo bedreigend ook.

Vorig jaar heb ik al mijn spullen weggedaan om in een caravan te gaan wonen. Op een natuurkampeerterrein ergens achteraf. Ik maakte de hele wereld - inclusief mijzelf - wijs dat het mijn grootste wens was. En ik deed het maar gewoon. Vanuit een onbedwingbaar gevoel van onvermijdelijkheid. Al snel stortte alles in, letterlijk doordat de caravan een bouwval bleek, en omdat ik de inschrijving op briefadres niet rond kreeg.

Na een hoop gedoe ben ik uiteindelijk ergens zonder spullen op een zolderkamer terecht gekomen en daar zit ik nu nog. Omdat ik niet durf te kiezen voor een nieuwe woonplek. Ik loop te veel stress op als er herrie van buren naar me toe komt. Dan moet ik voor mijn rust opkomen. Dat kan ik niet. Geen tekst, geen wil of energie om te strijden, te veel angst of wat dan ook. Zo is gebleken. En in herrie kan ik bijna niet schizoën. Dan heb ik dus niks. Dat is pas echt eenzaam.

Ik ben slim en weet: dit verandert pas, als ik nieuwe beslissingen neem. Op de oude voet doorgaan, is meer van hetzelfde genereren. Dat wil ik niet meer.

Kortom: ik sta op punt nieuwe beslissingen te nemen. In werk, in wonen, en ook in hoe ik de interactie met de echte wereld aanga. Daar is deze mail een eerste stap toe.

Ik ben benieuwd of u mensen kent met een soortgelijk ding. Daar zou ik graag mee in contact komen. Behandeling van de schizo vind ik nog beangstigend. Het is al zo lang bij me, en ik ben bang voor de echte eenzaamheid. Maar ik zou het toch graag loslaten, niet meer nodig willen hebben. Daar zit dus een dubbel gevoel. En zo blijf ik bezig. Nouja...

Ik lees verder in het boek en vind het jammer dat ik nu klaar ben met schrijven. Ik zou er graag uren over door praten. Ik wil graag gekend zijn. De eenzaamheid voorbij dus.

groeten,
Carry Verrijt

bericht aan Heiderieke

 Hoi Heiderieke, Graag wil ik nog even terugkomen op onze laatste gesprekken. Ik heb er even over na moeten denken en weet eigenlijk nog ste...